De kerst komt er weer aan, en dat betekent ook weer tijd voor het geweldige A Christmas Carol van Charles Dickens. Het is het bekende verhaal over de rijke vrek Ebenezer Scrooge die door drie geesten wordt bezocht die hem zijn armzalige leven in het verleden, heden en toekomst laten zien. Hij ziet dat hij verkeerd bezig is en gaat zijn leven beteren.
Dickens komt veel voorbij in deze tijd. Er hangt iets gezelligs en nostalgisch om zijn verhalen. Ze zijn meeslepend en humoristisch, maar de schrijver wilde er ook iets mee aan de kaak stellen: hij was woedend over de wijdverbreide armoede en uitbuiting in zijn tijd, het Engeland van de 19e eeuw.
Dickens schreef vuistdikke romans over onvergetelijke personages die in diepe, mensonterende armoede gevangen zaten. Daarnaast schreef hij ook essays waarin hij deze situatie scherp veroordeelde, hij was dus een activistische schrijver.
Het wordt steeds voorgesteld alsof de rauwe, Dickensiaanse tijd ver achter ons ligt maar in het Westen, dus ook in Nederland, is armoede nooit echt weggeweest en neemt nu zelfs steeds meer toe. Eén van de tekenen is de steeds grotere plek die liefdadigheid inneemt. In een goed functionerende samenleving zou dat natuurlijk helemaal niet nodig zijn. Maar daar leven we niet in. De oprichting van de Voedselbank in 2002 volgt niet toevallig op de jaren van afbraak door het politiek breed aangehangen neoliberalisme. Nu in december is ook het hoogseizoen van de liefdadigheid weer aangebroken. Van alle kanten komen er initiatieven om de minderbedeelden iets extra’s te geven. Het is mooi dat mensen zich inzetten om de nood van anderen te helpen verlichten maar dat zou gepaard moeten gaan met een protest: het is een schande dat er in onze samenleving een voedselbank en zoveel liefdadigheid nodig is.
Dickens liet Scrooge tot inkeer komen, maar zo’n inkeer hoeven we van de huidige Scrooges niet te verwachten
Net zoals Dickens dat deed, moeten wij hiervoor de oorzaak blijven aanwijzen en dat is het huidige economische systeem oftewel het kapitalisme. Een systeem dat niet eens moeite doet om te verbergen waar het voor staat: meer en meer kapitaal voor de toch al kapitaalkrachtigen. Het kapitalisme gaat over kapitaal en hoe daar meer van te krijgen, niet over het vormen van een samenleving die goed is voor mens en natuur. De Amerikaanse schrijfster Maya Angelou heeft eens gezegd: ‘Als iemand je laat zien wie hij is, dan kun je dat maar beter geloven.’ Het kapitalisme vertelt ons letterlijk wat het is, waar het voor staat. Dan hoef je dus niet te verwachten dat het welbevinden van de mens voorop staat, of dat van dieren en de natuur. Waarom gaat het daar zo weinig over?
Nu, bijna 200 jaar na het verschijnen van A Christmas Carol zitten we nog altijd vast aan dat economische systeem. Met (steeds meer) mensen in armoede, stress en nog een extraatje: een dreigende klimaatcatastrofe. Dickens liet Scrooge tot inkeer komen, maar zo’n inkeer hoeven we van de huidige Scrooges niet te verwachten. We zien, we weten dat Big Oil, de techmiljardairs, de mensen in finance altijd door zullen gaan met het jagen op nog meer geld en macht. Ze proberen een menselijk gezicht te laten zien door liefdadigheid, maar daar worden ze via allerlei belastingconstructies ook weer alleen maar rijker van. De inkeer moet vanuit de mensen zelf komen en de superrijken en het systeem dat hen steunt zien voor wat ze zijn.
A Christmas Carol verscheen in 1843 en was meteen een enorm succes en dat is het nog altijd. Het verhaal van de tot inzicht gekomen uitbuiter Scrooge spreekt de mensen dus massaal aan. Dat betekent dat er een gemeenschappelijke afkeer is van uitbuiting en sociaal onrecht. Dit weekend vindt de 31e editie van het Dickens Festijn Deventer plaats. Een druk bezocht, gezellig evenement met een cosplay van de armen uit de tijd van Dickens. Zou het een goed idee zijn niet alleen een nostalgische kleur aan het verhaal te geven maar ook de activistische kant de aandacht te geven zoals Dickens het bedoeld heeft?
Reactie plaatsen
Reacties