Waarom ik een Chanel-dupe kocht (en nog nooit gedragen heb)

Gepubliceerd op 5 januari 2024 om 12:31

Bij het opruimen kwam ik in mijn kledingkast een jasje in Chanel-stijl tegen. Ik heb het gekocht bij een tweedehands kledingwinkel voor 4 euro en vond het een vondst.

En ik heb het nog nooit gedragen.

Waarom niet? En waarom kocht ik het dan?

Ik dacht, laat ik er eens induiken hoe dat gaat, een kledingstuk kopen. Wat er allemaal door je hoofd gaat. Want het gaat natuurlijk verder dan alleen maar de vraag of je het leuk vindt of niet, het gaat ook om hoe je jezelf ziet en hoe je wilt dat anderen je zien en er zal ook een onbewust proces meespelen vanuit ingeprente boodschappen uit je sociale omgeving en de maatschappij. Ik denk dat ik nog wel weet hoe het ging bij de aankoop van dat jasje, dus hier volgt een reconstructie om te zien hoe dat verliep.

 

Het jasje is gebaseerd op het iconische bouclé-jasje van Chanel. Ik was er niet naar op zoek, ik liep er tegenaan, zoals dat gaat in kringloopwinkels. Het kostte maar 4 euro. (Ter vergelijking, de adviesprijs van een tweedjasje op de website van Chanel is nu € 7700,-). Het was die prijs van 4 euro die mij aantrok om het jasje verder te inspecteren. Hier begon het denkproces op gang te komen, waarin er van alles door elkaar liep. Dat het een dupe (= namaak) was bijvoorbeeld, beetje goedkoop... De prijs is natuurlijk maar 4 euro, maar je kunt dan ook iets kopen dat niet overduidelijk een neppe versie van the real thing is, een ripp off, een fake, iets dat schreeuwt dat je te arm bent om het echte te dragen. Maar ik had in de modebladen vaak genoeg artikelen gezien met daarin tips voor betaalbare dupes van designer-ontwerpen waarbij gewoon werd vermeld dat de echte stukken toch niet zijn weggelegd voor ons gewone mensen. We zien dan wel dag in dag uit aanprijzingen voor die dure originelen, waar de celebs in rondlopen,  maar met deze vrolijke dupe-aanprijzingen krijgen wij toestemming om zonder schaamte in de namaak-exemplaren te lopen, want hé, de wereld is nu eenmaal niet eerlijk, niets aan te doen, toch? Hier kwam het duurzame imago dat tweedehands tegenwoordig heeft nog bovenop, dat je, als je dat wilt, nog een beetje hipper kunt maken met woorden als vintage, thrift, pre-loved. Deze storm van 3 seconden in mijn hoofd samenvattend: iconischontwerp-glamour-stijl-chic-dupe-namaak-goedkoop-maarhoefjejenietvoorteschamen-tweedehands-iship-engoedvoorhetmilieu.

De eerste drempel was genomen.

 

Het volgende punt van overweging was dat het jasje dan wel iconisch was maar ook een beetje truttig, oubollig. Maar meteen kwamen er ook beelden op van hoe je het jasje op een hippe manier kon dragen, dus geen Jackie Kennedy maar Kate Moss. Met een spijkerbroek. Rock & Roll!

Die drempel was ook snel genomen.

In de kleedkamer diende zich de volgende hobbel aan. Het jasje paste, wat best bijzonder was ook al was het maat XL. Ik ben nogal breedgeschouderd, dat krijg je er misschien van als je op je 18e begint met sloeproeien op zee. De Chanel-ontwerpen zijn echter gericht op een andere bodytype waarvan ik sinds gisteren weet hoe dat heet: Gamine. Nooit van gehoord maar ik keek een Youtube-filmpje over de problematische kant van het Huis Chanel waarin dat werd genoemd. (Oprichter Coco Chanel was anti-semitisch, heulde met de nazi's, was anti-vakbond en slecht voor haar personeel. Karl Lagerfeld die vanaf 1982 voor Chanel ontwierp, was een fatshamer, haatte vrouwelijke rondingen, keek neer op iedereen die niet rijk en succesvol was en vond Metoo maar gezeur.)

Ik ga er verder niet op in onder wat voor bodytype ik dan val, al is het alleen maar omdat het hogere wiskunde is dat uit te vogelen omdat er ook weer allemaal ondercategorieën zijn. Maar Gamine (dun/petite, pezig en niet vlezig, kleine borsten en weinig taille) ben ik in ieder geval niet. Zonder al deze kennis over bodytypes kon ik in die kleedkamer ook al wel zien dat het jasje mij niet flatteerde. Het was te kort en te vierkant voor mij (dus wat Phoebe hiernaast zegt).

En toch kocht ik het.

En hangt het dus al een jaar ongedragen in mijn kast.

Nu bedenk ik mij dat ik het nog best lastig vind wat IK van het jasje vind, met alle culturele inprenting die er omheen hangt. In hoeverre vind ik het zelf mooi en in hoeverre wil ik ermee aan een beeld voldoen dat ik voor ogen heb van mijzelf, en is dat beeld wel zo autonoom, zo helemaal van mij of is het voor een groot deel cultureel bepaald en in hoeverre door mijn achtergrond en (arbeiders)klasse. En nu, tijdens dit schrijven, dringt zich zomaar iets heel vervelends bij mij op: Een sloeproeier in Chanel, really? Een vraag met een nare ondertoon die mij eerlijk gezegd best wel raakt. Waar komt dat vervelende stemmetje nou weer vandaan? Van mijzelf of hebben Karl Lagerfeld en trawanten zich in de loop van mijn leven in mijn overtuiging over mijzelf genesteld? Vragen, vragen, maar dat is voer voor een verdere sociologisch/psychologisch/modische speurtocht.

Voor nu besluit ik het jasje een kans te geven en het een keer te gaan dragen, zien of dat naar meer smaakt.

Uiteraard wel met een spijkerbroek.

 

 

 

 

 

 

 

Doen?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.